De eeuw van het nationalisme

Het nationalisme wordt beschouwd als een manier van denken, dat met een mooi woord ‘ideologie’ genoemd wordt. Letterlijk betekend dit ‘leer van ideeën’. Een ideologie omvat alle ideeën en opvattingen over de samenleving en op wat voor manier deze zou moeten veranderen. Het zijn echter niet slechts de ideeën hierover, maar het wil de gemeenschap ook echt mobiliseren en aanzetten tot handelen binnen het politieke terrein.

De ideologie van het nationalisme stelt dat elk individu zichzelf moet laten leiden door het land waar hij of zij deel van uitmaakt. Deze belangrijkste pijler van dit gedachtegoed is dan ook duidelijk terug te vinden in de term ‘nationalisme’, want het woord ‘natie’ zit er immers in verwerkt. Het woord ‘natie’ is op zijn beurt weer afgeleid van het Latijnse woord ‘natio’, dat volksstam betekent. Een natie betekent letterlijk ‘een grote groep mensen die samen in een land wonen’. Het is echter niet alleen het wonen in hetzelfde gebied, maar ook het delen van een cultuur met elkaar.

In de praktijk betekent de ideologie van het nationalisme dat de Staat als regeringseenheid rechtvaardigd moet worden door het sociaal en cultureel erfgoed van de gehele natie. Een koning vormt dus niet het fundament van een natie maar het gehele volk is de basis ervan. En wanneer deze cultuur of saamhorigheid er niet (meer) is, dan moet de gehele natie, het volk dus, ervoor zorgen dat deze er (weer) komt.

De reden van het opkomen van deze nationalistische ideologie hangt dan ook sterk samen met de Franse Revolutie en de modernisering van de samenleving. Voor de revolutie heerste er nog grote verdeeldheid in denkbeelden tussen de verschillende regio’s en religies. Daarnaast was men vooral gericht op zichzelf. Door de revolutie keerde het volk zich tegen het koningshuis en ontstond het gevoel van saamhorigheid en broederschap. Dit bleek later een goede voedingsbodem voor het nationalisme.

kheera