Nog maar iets meer dan een eeuw geleden gold er in Europa een strenge seksuele rolverdeling. Mannen waren ondernemend, verdienen geld en maakten alle belangrijke beslissingen. Vrouwen bleven thuis, zorgden voor het huishouden en voedden kinderen op.
Deze opsplitsing in taken en functies was nooit eerder zo streng geweest, en werd kracht bijgezet door strakke kledingnormen. Vrouwen waren in deze tijd gekleed in grote, zware, ongemakkelijke jurken, om duidelijk te maken wat voor gevoelige, frêle wezentjes zij waren. Een broek dragen voor vrouwen was taboe en uit den boze in de 19e eeuw. Of toch niet helemaal?
Begin van de 19e eeuw: dragonders en dellen
De eerste vrouwen die broeken droegen bevonden zich aan de rafelranden van de samenleving. Het ging meestal om personen die gewantrouwd of beklaagd werden door de gegoede burgerij: vrouwelijke mijnwerkers en vissers, actrices, prostituees, kunstenaressen en lesbiennes. Zij droegen broeken dames uit praktische noodzaak of om hun seksuele of politieke positie te benadrukken. Dit was een tijd waarin de man nog stevig de ultieme zeggenschap in handen had in de samenleving. Een vrouwelijk familielid dat de broek aantrok kon onterfd, publiek doodverklaard en zelfs gearresteerd en in het gekkenhuis geplaatst worden.
Eind van de 19e eeuw: broeken voor de arbeidster
Na 1850 begonnen steeds meer vrouwen buitenshuis te werken, als fabrieksarbeidster, dienstmeid of typiste. In veel van deze nieuwe werkomgevingen bleek het dragen van een wijde jurk met meerdere lagen onpraktisch of zelfs gevaarlijk. Ook bij het sporten, dat nu een trend werd in de hogere lagen van de samenleving, was een kledingstuk voor vrouwen gewenst dat meer bewegingsvrijheid toeliet. Daarom werden jurken en rokken voor vrouwen eenvoudiger. En door de opkomst van de feministische beweging, waarvan sommige leden zich demonstratief in keurige broeken dames staken, werd het gaandeweg méér geaccepteerd voor vrouwen om zich in eenvoudigere en lichtere onderkleding te tooien.
De nieuwe eeuw: de moderne vrouw
Toen de sociale revolutie van het feminisme eenmaal goed op gang was, veranderde het modebeeld snel. Door de vrouwenemancipatie die in de Eerste Wereldoorlog op gang kwam, kleedden werkende vrouwen zich steeds meer als de man. Als gevolg daarvan werden praktische kleren als overalls en broeken dames als een symbool van vooruitgang en van gelijkheid gezien, en verspreidde de trend van ‘mannelijke vrouwenkleding’ zich naar de burgerij en zelfs naar de adel. Het gevolg: in de jaren 20 werd een vrouw met een broek niet meer als onnatuurlijk gezien, maar eerder als een voorbeeld en idool.